i-Navigator

Developed in conjunction with Joomla extensions.

De afgelopen periode heeft het kabinet op grond van de Wet openbare gezondheid op advies van het RIVM meerdere maatregelen genomen om het coronavirus aan te pakken. Het gaat inmiddels om een breed scala aan maatregelen. In dit artikel beschrijven wij of en hoe er een relatie is tussen die maatregelen en de werkprocessen uit het gemeentelijk Model-DSP.

Zodra er meer maatregelen zullen worden genomen of bestaande maatregelen worden aangepast, die een relatie hebben met het Model-DSP, zullen wij dit artikel actualiseren.

Hieronder beschrijven wij achtereenvolgens:

  • de hygiënemaatregelen die het kabinet op advies van het RIVM heeft genomen;
  • de maatregelen met betrekking tot het openbare leven en het onderwijs en kinderen die zijn opgenomen in de noodverordening die de directeuren van de veiligheidsregio's hebben vastgesteld en die vervolgens ook is aangevuld;
  • de 9 maatregelen van het Noodpakket banen en economie;
  • overige maatregelen

De informatie is afkomstig van de nieuwsberichten van de site www.rijksoverheid.nl.

 

Hygiënemaatregelen

Op advies van het RIVM heeft het kabinet volgende algemene hygiënemaatregelen genomen:

  • Was je handen goed (9-3-2020)
  • Hoest en nies in de binnenkant van je elleboog (9-3-2020)
  • Schud geen handen meer (9-3-2020)
  • Blijf thuis bij kuchen, hoesten en/of verkoudheid (9-3-2020)
  • Werk zoveel mogelijk thuis of spreid de werktijden (12-3-2020)
  • Bij koorts en/of benauwdheid dienen alle leden van het huishouden thuis te blijven
    23-3-2020: Mensen in cruciale beroepen en vitale processen zijn hiervan uitgezonderd: zij blijven alleen thuis als zij zelf klachten met koorts hebben.
  • Wanneer iemand of een gezinslid 24 uur klachtenvrij is, kan de gezinsisolatie worden opgeheven (23-3-2020)
  • 70-plussers of mensen met een kwetsbare gezondheid zijn extra voorzichtig (19-5-2020)
  • Vermijd drukte (ga weg als u geen 1,5 meter afstand tot anderen kunt houden) (19-5-2020)

VHIC: Al de bovengenoemde hygiënemaatregelen hebben geen directe relatie met werkprocessen uit het gemeentelijk Model-DSP.

 

Maatregelen met betrekking tot het openbare leven en het onderwijs en kinderen

Verschillende maatregelen met betrekking tot het openbare leven zijn terechtgekomen in de model-noodverordening die het Veiligheidsberaad (bestaand uit de 25 voorzitters van de veiligheidsregio's) donderdag 26 maart 2020 heeft gepubliceerd. In deze actuele noodverordening worden eerder afgekondigde maatregelen en de maatregelen die het kabinet 23 maart heeft genomen uitgewerkt tot algemeen verbindende voorschriften. Deze noodverordening is vervolgens door alle voorzitters van de veiligheidsregio's voor hun eigen regio vastgesteld.

VHIC: De voorzitters van de veiligheidsregio's hebben op grond van artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's alle in dat artikel genoemde bevoegdheden van de burgemeesters binnen de regio overgenomen. Het is dus de voorzitter van de veiligheidsregio die op grond van artikel 176 lid 1 van de Gemeentewet de noodverordening vaststelt voor het gehele grondgebied van de regio.
Het model-DSP kent hiervoor de werkprocessen B1525 Noodverordening opstelling en wanneer een noodverordening wordt ingetrokken het generieke werkproces B1352 Verordening intrekking. Omdat de noodverordening echter enkel door de voorzitter van de veiligheidsregio wordt vastgesteld, zal de gemeente deze werkprocessen niet hoeven te gebruiken voor de registratie.

 

In de noodverordening zijn de onderstaande verboden opgenomen die het kabinet 13 maart, 15 maart, 17 maart, 20 maart, 23 maart en 24 maart als aanwijzing heeft afgekondigd. Het merendeel van deze verboden geldt tot en met maandag 6 april. Dinsdag 31 maart heeft het kabinet bekendgemaakt dat de maatregelen die golden tot 6 april verlengd worden tot 28 april. Dinsdag 21 april heeft het kabinet bekendgemaakt dat de maatregelen die golden tot 28 april verlengd worden tot 20 mei. Bij de maatregelen waar dit niet voor geldt, hebben we dit hieronder aangegeven.

  • Het verbod op samenkomsten en evenementen

    12-3-2020: Bijeenkomsten met meer dan 100 personen in heel Nederland dienen te worden afgelast en publieke locaties zoals musea, concertzalen, theaters, sportclubs en sportwedstrijden dienen te worden gesloten.

    23-3-2020: Alle evenementen met een vergunnings- en meldplicht zijn verboden tot 1 juni 2020. Alle andere samenkomsten zijn tot en met maandag 6 april verboden.

    31-3-2020: Het verbod op alle andere samenkomsten is verlengd tot en met dinsdag 28 april.

    21-4-2020: Het verbod op alle andere samenkomsten is verlengd tot en met dinsdag 19 mei. Alle evenementen met een vergunnings- en meldplicht zijn verboden tot 1 september 2020. 

    Uitzonderingen hierop zijn:

    1. uitvaarten en huwelijken met maximaal 30 aanwezigen indien er 1,5 meter afstand tot elkaar kan worden gehouden; (maandag 23-3-2020 werden enkel religieuze huwelijken nog als uitzondering genoemd)

    2. religieuze bijeenkomsten met maximaal 30 aanwezigen indien er 1,5 meter afstand tot elkaar kan worden gehouden;

    3. wettelijk verplichte bijeenkomsten, zoals raadsvergaderingen of aandeelhoudersvergaderingen met maximaal 100 aanwezigen indien er 1,5 meter afstand tot elkaar kan worden gehouden;

    3-4-2020: de ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel om daar waar wettelijk fysieke overleg- en besluitvormingsprocedures zijn voorgeschreven dit tijdelijk via elektronische middelen te doen. Het wetsvoorstel gaat voor advies naar de Raad van State en wanneer het vervolgens wordt ingediend bij de Tweede Kamer, wordt de tekst van het wetsvoorstel openbaar.
    Beursvennootschappen en verenigingen die jaarlijks een algemene vergadering moeten houden, kunnen bepalen om die via livestream (audio of video) te laten volgen, mits leden of aandeelhouders tijdens of voor de vergadering vragen kunnen indienen die tijdens de vergadering worden beantwoord. Bovendien kan het bestuur van een rechtspersoon besluiten om de termijn voor het houden van de algemene vergadering en voor het opmaken van de jaarrekening uit te stellen.
    De rechtspraak kan nu al tijdens een mondelinge behandeling gebruik maken van videoverbindingen en dit kan straks ook worden gebruikt zodat een advocaat of een procespartij niet fysiek hoeft te verschijnen.
    Ook het passeren van een akte bij een notaris, zoals een testament, zal met behulp van audiovisuele communicatiemiddelen tot stand kunnen komen.

    21-4-2020: de Eerste Kamer is akkoord met de bovengenoemde tijdelijke spoedwetgeving op het terrein van Justitie en Veiligheid en deze treedt 24 april in werking. Hij geldt tot 1 september met de mogelijkheid om de termijn telkens met 2 maanden te verlengen. Enkele onderdelen gelden met terugwerkende kracht tot 16 maart 2020.

    4. samenkomsten voor werk met maximaal 100 aanwezigen indien er 1,5 meter afstand tot elkaar kan worden gehouden.

    5. kinderen t/m 12 jaar kunnen vanaf 29 april georganiseerd en onder begeleiding samen buiten sporten. Wedstrijden zijn niet toegestaan.(21-4-2020)

    6. jongeren van 13 t/m 18 jaar kunnen vanaf 29 april georganiseerd en onder begeleiding samen buiten sporten op 1,5 meter afstand. Wedstrijden zijn niet toegestaan.(21-4-2020)

    7. topsporters kunnen vanaf 29 april binnenen buitentrainingen hervatten, op 1,5 meter afstand. Wedstrijden zijn niet toegestaan.(21-4-2020)

    Voor demonstraties geldt een ander wettelijk kader en hiervoor blijft de reguliere procedure van kracht.

    19-5-2020: Film-, theater- en concertzalen mogen open met een maximum van 30 mensen in het publiek, bezoekers moeten vooraf reserveren, een checkgesprek vindt vooraf plaats om te bepalen of een bezoek risico’s oplevert en iedereen houdt 1,5 meter afstand tot elkaar. Vanaf 1 juli mogen deze instellingen waarschijnlijk weer open voor maximaal 100 mensen in het publiek.

    19-5-2020: Musea en monumenten mogen open als bezoekers vooraf kaartjes kopen en een checkgesprek voeren. Het maximale aantal bezoekers is gebouwafhankelijk. Er moet 1,5 meter afstand worden gehouden.

    19-5-2020: Muziekscholen en centra voor de kunsten kunnen open. Er geldt een maximumaantal van 30 personen per gebouw, die 1,5 meter afstand moeten houden. Vanaf 1 juli mogen deze instellingen waarschijnlijk weer open voor maximaal 100 mensen per gebouw.

    19-5-2020: Sauna's, sportclubs en casino's dienen vooralsnog tot 1 september gesloten te blijven.

    27-05-2020: Voor sportscholen, fitnessclubs, sauna's en wellness, sport- en verenigingskantines en casino's en speelhallen volgen, indien de ontwikkelingen dat toelaten, per 1 juli 2020 versoepelingen. Definitieve besluitvorming hierover volgt eind juni. Daarbij zal ook naar de positie van de overige binnensporten worden gekeken.

    27-05-2020: Jongeren van 13 tot en met 18 jaar kunnen vanaf 1 juni (georganiseerd en begeleid door sportverenigingen of professionals) buiten sporten zonder 1,5 meter afstand te bewaren. Die versoepeling gold al voor kinderen tot en met 12 jaar en sportwedstrijden blijven verboden.

VHIC: Dit betekent dat gemeenten voor de periode tot 1 september 2020 geen evenementenvergunningen (werkproces B0056) zullen toekennen, geen evenementmeldingen accepteren (werkproces B1476) en zelf geen evenementen zoals Koningsdag of Bevrijdingsdag organiseren (werkproces B1086).
Er kunnen zouden dus nog wel meldingen binnen kunnen komen die vallen onder werkproces B0052 Demonstratie melding en de burgemeester is op grond van artikel 5 van de Wet openbare manifestaties bevoegd om voorschriften en beperkingen stellen aan een betoging of deze verbieden.

  • Het verbod op groepen van 3 of meer mensen zonder onderlinge afstand van 1,5 meter

    15-3-2020: Iedereen dient waar mogelijk 1,5 meter afstand van elkaar te bewaren.

    23-3-2020: Burgemeesters kunnen gebieden aanwijzen waar groepsvorming verboden is. Het kan gaan om parken, stranden of wijken. Bij groepen van 3 of meer die geen anderhalve meter afstand houden, wordt gehandhaafd. Personen in hetzelfde huishouden, zoals gezinnen, en kinderen zijn hiervan uitgezonderd.

    26-3-2020: In de noodverordening die donderdag 26 maart door het Veiligheidsberaad is vastgesteld is het verbod op groepsvorming uitgebreid tot heel Nederland.

    De voorzitters van de veiligheidsregio's hebben op grond van artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's alle in dat artikel genoemde bevoegdheden van de burgemeesters binnen de regio overgenomen.

    31-3-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 28 april.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

    19-5-2020: Het verbod is verlengd.

VHIC: Het is in dit geval de voorzitter van de veiligheidsregio die het verbod vaststelt. Wanneer dit wel op gemeentelijk niveau door de burgemeester zou worden vastgesteld, willen we erop wijzen dat hiervoor niet het werkproces B1331 Groepsverbod oplegging zou moeten worden gebruikt. Dat is immers een verbod dat de burgemeester oplegt aan één specifieke ordeverstoorder. Ook het werkproces B1607 Samenscholingsverbod instelling is hier niet voor te gebruiken, omdat in dat geval de burgemeester het verbod oplegt aan een groep personen die in een gebied overlast veroorzaken of zich schuldig maken aan criminaliteit.

  • Het verbod om inrichtingen open te stellen

    15-3-2020: Het gaat hierbij om eet- en drinkgelegenheden (hotels uitgezonderd), sport- en fitnessclubs, sauna's, sexclubs en coffeeshops dienen vanaf zondag 15 maart 18:00 tot en met maandag 6 april gesloten dienen te zijn.

    16-3-2020: Bezorgen en afhalen blijft voor eet- en drinkgelegenheden mogelijk en voor coffeeshops blijft het mogelijk bestellingen af te halen.

    23-3-2020: Ook casino's, speelhallen en zaken waarbinnen op de uiterlijke verzorging gerichte contactberoepen worden uitgeoefend dienen tot en met maandag 6 april gesloten te zijn.

    31-3-2020: Alle inrichtingen dienen gesloten te blijven tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

    19-5-2020: Vanaf 1 juni 12:00 mogen restaurants en cafés open voor een maximum van 30 gasten (exclusief personeel), bezoekers moeten vooraf reserveren, iedereen houd 1,5 meter afstand (behalve mensen uit hetzelfde huishouden) en in een incheckgesprek tussen ondernemer en klant wordt ingeschat of een bezoek risico's oplevert. Voor terrassen geldt geen maximum aantal personen, maar iedereen moet wel aan een tafel zitten en 1,5 meter afstand tot elkaar houden (behalve mensen uit hetzelfde huishouden).

    19-5-2020: Sport- en verenigingscantines dienen vooralsnog tot 1 september gesloten te blijven.
  • Het verbod om contactberoepen uit te oefenen

    23-3-2020: Het is tot 6 april verboden om contactberoepen uit te oefenen waarbij geen anderhalve meter afstand kan worden gehouden. Denk hierbij aan kappers, schoonheidsspecialisten, visagisten, pedicures, nagelstudio's, rijinstructeurs, tatoeëerders, masseurs en escortservices.

    De behandeling van (para)medische beroepen vormt een uitzondering, mits daar een individuele medische indicatie voor bestaat en de beoefenaar alle hygiënevereisten kan naleven. Denk hierbij aan een bezoek aan de fysiotherapeut op doktersvoorschrift.

    31-3-2020: Dit verbod blijft gelden tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

    19-5-2020: Het verbod om contactberoepen uit te oefenen is versoepeld. Het blijft voor sekswerkers gelden tot 1 september.
  • Het verbod zich op bepaalde locaties of gebieden te bevinden

    23-3-2020: Burgemeesters kunnen specifieke locaties sluiten, zoals parken, stranden en campings.

    26-3-2020: De voorzitters van de veiligheidsregio's hebben op grond van artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's alle in dat artikel genoemde bevoegdheden van de burgemeesters binnen de regio overgenomen. Het is daarmee de voorzitter van de veiligheidsregio die bepaalde gebieden en locaties kan aanwijzen waarbinnen het eenieder verboden is zich te bevinden. Dit kan in de vorm van een aanwijzingsbesluit of met spoed als een noodbevel.

    Het kan hierbij gaan om winkels, vakantieparken, campings, parken, natuurgebieden en stranden. Het verbod geldt niet voor bewoners van woningen die zich gelegen in het gebied of de locatie en voor personen die in het gebied of de locatie noodzakelijke werkzaamheden verrichten, zoals werkzaamheden aan woningen of werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de levering van water, gas en elektriciteit. De voorzitter kan door middel van een noodbevel extra groepen van personen aanwijzen die hij uitzondert van het verbod.

    31-3-2020: Dit verbod blijft gelden tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.
  • De mogelijkheid om voorziening openbaar vervoer te beëindigen

    26-3-2020: De voorzitter van de veiligheidsregio kan in overleg met een openbaar vervoerder voorzieningen voor openbaar beëindigen of beperken indien de in de voorziening aanwezige personen zich niet aan de 1,5 meter onderlinge afstand kunnen houden, mits de beëindiging het transport van personen die werkzaam zijn in vitale processen of transport dat anderszins noodzakelijk is voor de mobiliteit van Nederland niet onnodig belemmert.

    31-3-2020: Deze bevoegdheid blijft gelden tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Deze bevoegdheid is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

    19-5-2020: Het openbaar vervoer is alleen bedoeld voor noodzakelijke reizen. In tram, (water)bus, metro en trein is met ingang van 1 juni voor reizigers van 13 jaar en ouder het dragen van een niet-medisch mondkapje verplicht. Dit geldt niet voor stations, haltes en perrons; daar is een mondkapje niet verplicht. Iedereen houdt hier 1,5 meter afstand tot anderen. Reizigers die na 1 juni geen mondkapje dragen, kunnen een boete van €95 krijgen.
  • Het verbod op openstelling van onderwijsinstellingen

    12-3-2020: Hogescholen en universiteiten dienen onderwijs online aan te bieden. Scholen in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs en kinderopvang blijven vooralsnog open.

    15-3-2020: Het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en mbo is vanaf 16 maart tot en met maandag 6 april gesloten. Docenten dienen onderwijs op afstand te organiseren voor kinderen die thuiszitten, met prioriteit voor eindexamenleerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo.

    31-3-2020: Alle onderwijsinstellingen dienen gesloten te blijven tot en met dinsdag 28 april 2020.

    (speciaal) Basisonderwijs

    21-4-2020: Het (speciaal) basisonderwijs kan vanaf maandag 11 mei weer geopend worden. De groepsgrootte in de klas wordt gehalveerd. Kinderen gaan de helft van de tijd naar school en de andere helft van de tijd krijgen ze thuiswerk. De PO-raad heeft een protocol ontwikkeld voor het basisonderwijs en voor het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Er zijn posters beschikbaar met praktische uitleg van de protocollen voor ouders en onderwijspersoneel. Bovendien biedt de website www.weeropschool.nl de scholen hulp. Het is aan scholen zelf hoe ze vanaf 11 mei het onderwijs invullen maar het uitgangspunt is hele dagen onderwijs, om het aantal vervoersbewegingen van ouders zo beperkt mogelijk te houden en de BSO goed te organiseren. Kinderen blijven bij voorkeur tussen de middag over.

    19-5-2020: De basisscholen gaan per 8 juni volledig open, tenzij anders blijkt uit de monitoring van het virus. In de komende weken zal met het onderwijs afspraken gemaakt worden over de invulling van deze verdere openstelling.

    Voortgezet onderwijs

    21-4-2020: Scholen in het voortgezet onderwijs blijven gesloten en dienen voorbereidingen te treffen om vanaf dinsdag 2 juni weer deels open te gaan, mits de 1,5 meter afstand geborgd blijft.

    19-5-2020: Scholen in het voortgezet onderwijs gaan per 2 juni open op basis van de anderhalvemeter-regel, ook voor leerlingen onderling. Dat betekent in de praktijk dat in de meeste scholen niet alle leerlingen tegelijk naar school kunnen gaan. Schoolbesturen en vakbonden maken hiervoor een protocol. Scholen geven alle leerlingen zoveel mogelijk uren fysiek onderwijs. Het is niet de bedoeling dat dit wordt beperkt tot een mentoruur en een paar toetsen. Als er gegronde redenen zijn waarom scholen dit niet kunnen, moeten ze dit melden bij hun schoolbestuur en de onderwijsinspectie.De onderwijstijd wordt zo over de dagen verdeeld dat het aantal vervoersbewegingen zo beperkt mogelijk is. Het openbaar vervoer mag niet overbelast raken. Dus leerlingen komen lopend of met eigen vervoer naar school. De VO-raad en regionale vervoerders maken afspraken over speciaal vervoer voor leerlingen die te ver weg wonen om te fietsen.

    Voortgezet speciaal onderwijs

    21-4-2020: Scholen in het voortgezet speciaal onderwijs blijven gesloten en dienen voorbereidingen te treffen om vanaf dinsdag 2 juni weer deels open te gaan, mits de 1,5 meter afstand geborgd blijft.

    19-5-2020: Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs gaan per 2 juni ook open. Gezien de groep leerlingen en de grote variatie in het speciaal voortgezet onderwijs, kan maatwerk nodig zijn. Het is mogelijk dat scholen nog niet volledig open kunnen, of dat bepaalde leerlingen om medische redenen vanaf 2 juni niet of nog niet volledig gebruik maken van het onderwijs op school.In het voortgezet speciaal onderwijs bewaren leerlingen en personeel 1,5 meter afstand, net als in het reguliere voortgezet onderwijs. Daarbij realiseren we ons natuurlijk dat voor deze scholen nog meer maatwerk nodig is om anderhalve meter afstand te bewaren. Daarom wordt deze afstand in de school zoveel als mogelijk gehandhaafd. Dit is verantwoord, omdat het doorgaans kleinere scholen zijn en de voorzorgsmaatregelen en hygiëne-afspraken goed worden opgevolgd.Uiteraard geldt dat leerlingen uit de medische risicogroepen kunnen worden vrijgesteld van onderwijs. Voor hen blijft onderwijs op afstand beschikbaar. Deze en andere afspraken worden vastgelegd in een protocol door de vso-scholen en vakbonden.

    Middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten

    21-4-2020: Scholen in het middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten blijven gesloten en de lessen dienen online te worden aangeboden.

    19-5-2020: Op 15 juni gaan het middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten weer beperkt starten met toetsing, tentamens, praktijklessen en begeleiding van kwetsbare studenten op de instelling.Uitzonderingen van het verbod zijn ook na 11 mei: de noodopvang van kinderen van ouders die werken in cruciale beroepen of voor vitale processen; de afronding van schoolexamens en kleinschalig georganiseerde begeleiding voor leerlingen van wie vanwege bijzondere problematiek of moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is.
  • Het verbod op openstelling kinderopvang

    15-3-2020: De kinderopvang is vanaf maandag 16 maart tot en met maandag 6 april gesloten.

    Voor kinderen van ouders die een cruciaal beroep vervullen (zoals de zorg, politie, openbaar vervoer of brandweer) is kosteloze is opvang in de school en het kinderdagverblijf beschikbaar, zodat de ouders kunnen blijven werken.

    31-3-2020: De kinderopvang dient gesloten te blijven tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: De dagopvang van 0-4 jarigen en de gastouderopvang voor 0-12 jarigen gaat 11 mei weer volledig open. De buitenschoolse opvang is vanaf 11 mei op die dagen dat kinderen naar school gaan voor en na schooltijd voor hen beschikbaar. Daarbij kan worden afgeweken van de reguliere contactdagen. Dit is logistiek complex, omdat de BSO kinderen ophaalt bij meerdere scholen en de kinderen na 11 mei veelal op andere dagen naar de BSO gaan dan normaal. Scholen en kinderopvang dienen hierover afspraken te maken. Een gespreksleidraad is te vinden op de website van de PO-raad.

    19-5-2020: Ook de buitenschoolse opvang (BSO) gaat vanaf 8 juni weer volledig open. De kinderen kunnen vanaf dan weer op hun normale vertrouwde dagen op de BSO terecht. De hygiënemaatregelen van het RIVM en protocollen met voorzorgsmaatregelen blijven van kracht. Dit geldt ook voor de protocollen ontwikkeld door branchepartijen Kinderopvang.

    Tijdens de coronacrisis was er noodopvang geregeld voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep of werkzaam in de vitale sectoren of voor kwetsbare kinderen overdag stopt in principe. De noodopvang in de avonden, nachten en in het weekend is vanaf 8 juni alleen voor ouders open die in de zorg werken.

    De vergoeding die ouders van de overheid ontvangen voor het doorbetalen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor de kinderopvang stopt. De vergoeding geldt voor de periode van 16 maart tot 8 juni. Het streven is dat ouders de vergoeding voor de eigen bijdrage in juli krijgen uitgekeerd. Ouders die gebruik maken van kinderopvang via een gemeentelijke regeling, in het kader van voorschoolse educatie, peuteraanbod of vanwege een sociaal-medische indicatie, krijgen een vergoeding voor hun eigen bijdrage via de gemeente. De vergoeding dekt de periode van 16 maart tot 8 juni.

VHIC: De noodopvang van kinderen van ouders die werken in cruciale beroepen of voor vitale processen blijft gelden. Dit wordt vooral opgepakt door de kinderopvangvoorzieningen. Registreer wanneer de gemeente hier een coördinerende functie in vervult de betreffende informatie onder het generieke werkproces B0700 Projectmanagement uitvoering.

Indien een gemeente een vergoeding verstrekt voor kinderopvang via een gemeentelijke regeling, dan valt dat onder werkproces B1092 Kinderopvang kosten tegemoetkoming.

  • Het verbod op toegang tot zorginstellingen en woonvormen ouderenzorg

    12-3-2020: Beperk het bezoek aan kwetsbare personen

    23-3-2020: Het is tot en met maandag 6 april verboden om personen die niet noodzakelijk zijn voor de zorg toe te laten tot zorginstellingen of woonvormen ouderenzorg. Uitgezonderd hiervan zijn: bezoek aan een naaste in de stervensfase of vergelijkbare omstandigheden, structurele vrijwilligers en het gerechtelijk horen van een cliënt op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte personen.

    31-3-2020: Het verbod blijft gelden tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

    6-5-2020: Vanaf 11 mei wordt in 25 verpleeghuizen de bezoekregeling versoepeld. Onder strikte voorwaarden wordt 1 vast bezoeker per verpleeghuisbewoner toegestaan. Het gaat om 1 verpleeghuis in iedere GGD-regio. Op basis van de kennis en ervaring die wordt opgedaan uit onderzoek en op deze pilotlocaties zal het kabinet 19 mei besluiten of per 25 mei stapsgewijs en voorzichtig de bezoekregeling op steeds meer verpleeghuislocaties zal worden toegepast. Verpleeghuizen kunnen pas in aanmerking komen als ze in ieder geval vrij van besmettingen zijn. Bovendien dienen de cliëntenraad, ondernemingsraad, verpleegkundige adviesraad/professionele adviesraad, het management en de specialist ouderengeneeskunde van de betreffende locatie te hebben ingestemd. Er worden onder andere voorwaarden gesteld ten aanzien van hygiëne, beschermingsmiddelen en personeelsbezetting. Bovendien is het belangrijk dat bij bezoek de anderhalve meter afstand kan worden gehouden. Uiteindelijk beslist de directeur Publieke Gezondheid van de desbetreffende GGD-regio welk verpleeghuis mag beginnen met de aangepaste bezoekregeling.

    19-5-2020: Per 25 mei zal de bezoekregeling onder strenge voorwaarden worden uitgebreid naar meer verpleeghuizen dan de pilotlocaties. Het perspectief is dat vanaf 15 juni de bezoekregeling landelijk wordt aangepast.
  • Het verboden om sanitaire voorzieningen in de vorm van gemeenschappelijke toilet-, was- en douchevoorzieningen zowel op of bij recreatieparken, vakantieparken, kampeerterreinen en kleinschalige kampeerveldjes als bij parken, natuurgebieden en stranden geopend te houden.

    31-3-2020: Dit verbod geldt tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

    19-5-2020: Het verbod zal waarschijnlijk tot 1 juli gelden.
  • Het verbod om recreatief nachtverblijf aan te bieden of zich daar te bevinden.

    Dit verbod geldt niet voor: hotels, locaties en gebieden waar recreatief nachtverblijf wordt aangeboden aan seizoenarbeiders en personeel dat werkt in de medische zorg, locaties en gebieden waar recreatief nachtverblijf wordt aangeboden in de vorm van vaste standplaatsen (inclusief eigen sanitaire voorzieningen) en tijdelijke bewoning anders dan ten behoeve van recreatief verblijf.

    31-3-2020: Het verbod blijft gelden tot en met dinsdag 28 april 2020.

    21-4-2020: Het verbod is verlengd tot en met dinsdag 19 mei.

De verboden zijn niet van toepassing op:

      • de betrokken huldiensten en toezichthouders;
      • activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voortgang van vitale processen;
      • door de voorzitter van de veiligheidsregio te bepalen (categorieën van) gevallen. In dat geval verleent hij een vrijstelling of ontheffing.

Het toezicht op de naleving van de noodverordening ligt bij de ambtenaren van politie, de gemeentelijk opsporingsambtenaren (BOA's), door de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen toezichthouders en de militairen van de Koninklijke marechaussee.

Op deze verboden kan zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. De strafrechtelijke handhaving vindt plaats op grond van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht waarin het overtreden van een noodverordening strafbaar is gesteld met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Wanneer er bestuursrechtelijke wordt gehandhaafd kan dit door een last onder dwangsom op te leggen of (spoedeisende) bestuursdwang toe passen. 

VHIC: Wanneer een gemeentelijke BOA betrokken is bij de toezicht en handhaving op de voorschriften van de noodverordening, kan de betreffende informatie geregistreerd worden onder de werkprocessen B1155 Toezicht (wanneer het bijvoorbeeld gaat om een controlebezoek dat op afspraak plaatsvindt) en B1093 Handhaving door gemeente (de BOA zal de voorzitter van de veiligheidsregio adviseren om (spoedeisende) bestuursdwang toe te passen of een last onder dwangsom op te leggen).

 

Maatregelen als onderdeel van Noodpakket banen en economie

1. Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) (ministerie van EZK)

17-3-2020: Een aantal sectoren worden in het bijzonder getroffen door de gezondheidsmaatregelen van het kabinet, zoals de verplichte sluiting van alle horeca en de annuleringen in de reisbranche. Deze sectoren kunnen de inkomsten moeilijk inhalen wanneer het coronavirus achter de rug is.

28-3-2020: Extra groepen in de non-food sector kunnen gebruik maken van deze regeling. Deze ondernemers kunnen weliswaar openblijven, maar zij zien hun inkomsten sterk teruglopen door de noodzaak tot social distancing. Maandag 30 maart wordt de lijst met branches en sectoren geactualiseerd.

De gedupeerde ondernemers (met maximaal 250 medewerkers in dienst) kunnen een eenmalige tegemoetkoming van €4000 netto aanvragen om hun vaste doorlopende lasten te betalen, zoals bijvoorbeeld de huur van een bedrijfspand. De aanvraag kan van vrijdag 27 maart 2020 tot en met vrijdag 26 juni 2020 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De onderneming moet gevestigd zijn in Nederland en de hoofdactiviteit moet blijken uit de inschrijving van peildatum 15 maart 2020 in het Handelsregister. Zie voor de doorlopende kosten voor personeel de Tijdelijke regeling tegemoetkoming loonkosten.

28-4-2020: Ondernemers kunnen vanaf 29 april ook op basis van hun in het Handelsregister geregistreerde nevenactiviteit aanspraak maken op de TOGS-regeling. Het kabinet heeft meer dan kwart van het Nederlandse bedrijfsleven een belastingvrije gift van 4.000 euro gegeven, omdat ze naast de economische gevolgen van het coronavirus ook direct zijn geraakt door kabinetsmaatregelen.

Culturele sector

27-3-2020: In de cultuursector wordt de huur van die rijksgesubsidieerde musea die hun panden huren van het Rijksvastgoedbedrijf afgesproken om de huur met drie maanden op te schorten. Gemeenten en provincies worden opgeroepen om te onderzoeken hoe zij culturele instellingen tegemoet kunnen komen in de betaling van huur.

Culturele instellingen die vallen onder de 'basisinfrastructuur' kunnen indien gewenst nu al subsidiegeld ontvangen dat ze normaal pas in het derde kwartaal van dit jaar zouden ontvangen. Bovendien laat het ministerie van OCW subsidies doorlopen ook al worden voorgenomen prestaties niet gehaald. De rijkscultuurfondsen, gemeenten en provincies volgen deze maatregel. Hetzelfde geldt voor projectsubsidies en gesubsidieerde activiteiten.

Het ministerie van OCW, EZ en VWS kijken of gekochte kaartjes in de cultuur- en evenementensector kunnen worden terugbetaald in de vorm van vouchers.

15-4-2020: Het kabinet stelt 300 miljoen euro extra beschikbaar voor de culturele sector. Met deze steun worden culturele instellingen die van vitaal belang zijn voor de sector, door de financieel zware eerste maanden van de coronacrisis heen geholpen. En hiermee worden ze ook in staat gesteld te investeren in het komende culturele seizoen. Ook kan door deze aanvullende ondersteuning de werkgelegenheid in deze sector zoveel mogelijk worden behouden.

1. De subsidies worden opgehoogd voor de instellingen in de culturele basisinfrastructuur en voor instellingen en festivals die meerjarig worden ondersteund door de zes rijkscultuurfondsen.

2. De bestaande leenfaciliteiten bij het Nationaal Restauratiefonds voor rijksmonumenten worden verhoogd.

3. De zes rijkscultuurfondsen krijgen budget voor de ondersteuning van cruciale instellingen in de keten die vooral in regio’s en steden de culturele infrastructuur dragen, zoals belangrijke gemeentelijke en provinciale musea, (pop-)podia en filmtheaters.

4. De leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen worden verhoogd. Cruciale private partijen in de keten, zoals vrije theaterproducenten, commerciële festivals en kunstgaleries, kunnen bij Cultuur+Ondernemen terecht. Voorwaarde om in aanmerking te komen is dat voor hen de generieke maatregelen maximaal zijn benut.

27-5-2020: Naast de eerder beschikbaar gestelde €300 miljoen voor de culturele sector, is er opnieuw €300 miljoen beschikbaar gesteld door de rijksoverheid om het unieke Nederlandse artistieke product te waarborgen en om te investeren in de werkgelegenheid in deze sector. Met aanvullende subsidie of een lening worden instellingen, makers en ondernemers in de culturele sector door de financieel zware eerste maanden geen geholpen en in staat gesteld om te investeren voor het volgende culturele seizoen. De aanvullende subsidies zullen in juni worden uitgekeerd. Bovendien zal ook in het subsidiejaar 2021 coulance zijn voor de culturele sector. Het nieuwe subsidiepakket bestaat uit 5 onderdelen:

1. €113 miljoen voor instellingen die onderdeel zijn van de culturele basisinfrastructuur 2017-2020 en een aantal instellingen dat uit andere onderdelen van de begroting van OCW wordt gefinancierd. Voor de instellingen en festivals die van de 6 Rijkscultuurfondsen meerjarige subsidies ontvangen wordt €40 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is €5 miljoen bestemd voor filmproducenten via het Filmfonds.

2. €50 miljoen is bestemd voor de 'Opengestelde Monumenten-Lening' bij het Nationaal Restauratiefonds. Het betreft krediet voor eigenaren van rijksmonumenten zoals kerken, kastelen en buitenplaatsen, industrieel erfgoed, molens, stadsherstelorganisaties en museale monumenten die inkomsten mislopen vanwege de Coronacrisis.

3. €48,5 miljoen wordt beschikbaar gesteld om gemeenten en provincies te ondersteunen die regionale musea, (pop)podia en filmtheaters extra ondersteunen. Het gaat dan om instellingen met een regionale functie en een landelijk belang. Voor de subsidieregeling voor musea bij het Mondriaan Fonds komt €16 miljoen beschikbaar en voor de regeling voor (pop)podia bij het Fonds Podiumkunsten is maximaal €29 miljoen beschikbaar. Voor filmtheaters is via het Filmfonds €3,5 miljoen beschikbaar.

4. €30 miljoen gaat naar de Cultuur Opstart Lening. Deze is voor organisaties in de culturele en creatieve sector waarvan het verdienmodel vooral is gericht op eigen inkomsten en die geen gebruik kunnen maken van de andere maatregelen uit dit pakket. De lening is bedoeld voor het ontwikkelen van publieksgerichte producties, programma's, tentoonstellingen of projecten.

5. €16,8 miljoen wordt geïnvesteerd in de Rijkscultuurfondsen en het Steunfonds Rechtensector, waarmee specifiek makers ondersteund worden. € 11,8 miljoen gaat naar de Rijkscultuurfondsen. Dit budget is een aanvulling op de bestaande regelingen en gericht op projecten, werk en opdrachten voor makers in alle sectoren. Daarnaast is er ruimte voor ondersteuning van instellingen en festivals, veelal het midden- en kleinbedrijf van de cultuur. De overige €5 miljoen gaat naar het Steunfonds Rechtensector, een initiatief van de Federatie Auteursrechtbelangen. Deze federatie draagt zelf ook €5 miljoen bij, waarmee het totaal op €10 miljoen komt. Dit fonds ondersteunt is professionals in de creatieve industrie bij het ontwikkelen van (nieuwe) werken (boeken, muziek en films). Het fonds krijgt drie onderdelen: beeld, geschrift en muziek. Duizenden zzp’ers en freelancers, artiesten, musici, componisten, schrijvers, regisseurs, uitvoerende kunstenaars, muziekuitgevers en -producenten kunnen er een beroep op kunnen doen. Het fonds wordt op dit moment nader uitgewerkt door de Federatie Auteursrechtbelangen.

VHIC: Dit heeft grotendeels geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP. Wanneer de gemeente besluit om culturele instellingen tegemoet te komen in de betaling van hun huur, zal dat onder B0486 Gemeentelijk pand verhuur vallen. Wanneer de gemeente in navolging van het Rijk soepeler omgaat met de verantwoording van subsidies aan culturele instellingen, valt dit onder B1521 Subsidie vaststelling. Tot slot zullen de extra subsidies die gemeenten aan regionale musea, (pop)podia en filmtheaters kunnen toekennen vallen onder B1748 Subsidie

 

1.a Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL) (ministerie van EZK)

20-5-2020: MKB-ondernemers in onder meer de horeca, recreatie, evenementen, kermissen, podia en theaters krijgen - bovenop de tegemoetkoming loonkosten (NOW) - een belastingvrije tegemoetkoming van het ministerie van EZK om hun vaste materiële kosten te kunnen betalen. Bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetderving (minimaal 30%) een tegemoetkoming voor hun vaste lasten tot een maximum van €20.000 voor de komende drie maanden. Er is één miljard euro beschikbaar als tegemoetkoming voor deze ondernemingen waar meer dan 800.000 mensen werken. In aanmerking komen de getroffen sectoren uit de TOGS-regeling.

28-5-2020: De tegemoetkoming zal worden gemaximeerd op €50.000 in plaats van €20.000 en zal gelden voor de komende 4 maanden in plaats van 3 maanden. Er is €1,4 miljard beschikbaar in plaats van €1 miljard. Aanvragen voor deze TLV kunnen in de loop van juni worden ingediend.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

2. Belastingmaatregelen (Belastingdienst)

17-3-2020: Getroffen ondernemers kunnen bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor belastingschulden, nadat zij aangifte hebben gedaan en van de Belastingdienst een aanslag hebben ontvangen. De Belastingdienst stopt de invorderingen dan direct en de ondernemer krijgt 3 maanden uitstel van betaling. De ondernemers kunnen ook voor een langere periode uitstel aanvragen, maar dan dienen zij aanvullende informatie aan te leveren (eventueel een verklaring van een derde deskundige zoals een accountant of brancheorganisatie).

2-4-2020: Een ondernemer hoeft maar één uitstelverzoek in te sturen dat geldt voor de bestaande belastingschuld én voor de schulden die er in de 3 daaropvolgende maanden bijkomen. Het uitstelverzoek kan pas worden ingediend nadat de ondernemer een (naheffings)aanslag van de Belastingdienst heeft ontvangen. Ondernemers met en belastingschuld lager dan €20.000 kunnen langer uitstel krijgen door bewijsstukken te sturen waaruit blijkt dat de omzetcijfers of de bestellingen/reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van vorige maanden. De verklaring van een derde deskundige zoals een accountant of brancheorganisatie zijn nodig wanneer de ondernemer een belastingschuld hoger dan €20.000 heeft.

17-3-2020: Het bovenstaande geldt voor de aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonheffingen. Eventuele verzuimboetes voor het niet op tijd betalen, zal de Belastingdienst achterwege laten of terugdraaien. De invorderingsrente die normaal gesproken ingaat na het verstrijken van de betalingstermijn wordt tijdelijk verlaagd van 4% naar bijna 0,01% per 23 maart 2020. Dit geldt voor alle belastingschulden. Ook het tarief van de belastingrente, die de Belastingdienst rekent wanneer zij een aanslag te laat kan vaststellen) wordt tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Deze verlaging zal gelden voor alle belastingen waarvoor belastingrente geldt en zal per 1 juni 2020 ingaan, met uitzondering van de belastingrente voor de inkomstenbelasting die per 1 juli 2020 zal worden verlaagd.

2-4-2020: Het uitstel is uitgebreid voor meer belastingsoorten: kansspelbelasting, accijns, de verbruiksbelasting alcoholvrije dranken, assurantiebelasting, verhuurderheffing, energiebelasting en andere milieubelastingen en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland. Het versoepelde uitstelbeleid geldt in ieder geval tot 19 juni 2020. Voor de energiebelasting is een aparte regeling getroffen zodat het uitstel ook voordeel oplevert voor afnemers van elektriciteit en aardgas die in de financiële problemen komen, zoals de sierteelt. Dit betekent dat de energieleverancier voor april, mei en juni 2020 geen energiebelasting, opslag duurzame energie of de btw hierover in rekening kan brengen bij bedrijven die maandelijks een factuur ontvangen over het werkelijke verbruik.

Bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren en g-rekeningen gebruiken, kunnen bij de Belastingdienst verzoeken om het tegoed op deze rekeningen te deblokkeren . In normale situaties kan daarmee alleen het overschot op de g-rekening worden vrijgegeven. Om ondernemingen die geraakt zijn door de coronacrisis tegemoet te komen, zoals de bouw en de uitzendbranche, kunnen tijdelijk ook bedragen worden vrijgegeven die zijn gereserveerd voor de loonheffing of btw. Als deze ondernemers uitstel van betaling hebben aangevraagd, krijgen deze ondernemers zo dezelfde voordelen als ondernemers zonder g-rekening.

24-4-2020: Het cabinet treft zes nieuwe belastingmaatregelen om met name ondernemers (waaronder zzp'ers) tijdens de Coronacrisis meer financiële ruimte te geven. Door deze maatregelen komen er dit jaar tijdelijk 4 miljard euro minder belastinginkomsten binnen, die het kabinet volgend jaar alweer grotendeels terug verwacht.

1. Een verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling Onder andere in het MKB zijn er veel ondernemers die zelf werkzaam zijn in de vennootschap waarin zij een zogenaamd aanmerkelijk belang hebben. Zij betalen loonheffingen over een loon dat passend is bij de arbeid die zij verrichten. Deze belasting is onafhankelijk van de hoogte van de omzet. Het wordt tijdelijk mogelijk om in verhouding tot de omzetdaling van de vennootschap uit te gaan van een lager loon. Dit zal eenzelfde regeling zijn die ook tijdens de kredietcrisis in 2009 is getroffen. Voor een gemiddelde ondernemer betekent dit een voordeel van 6.200 euro en hier zullen circa 135.000 ondernemers gebruik van gaan maken.

2. Versoepeling van het urencriterium voor zzp'ers Indien ondernemers 1225 uur per jaar besteden aan hun onderneming en ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting, komen zij in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek. De Belastingdienst zal er van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 van uitgaan dat de ondernemers ten minste 24 uur aan de onderneming hebben besteed, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben gemaakt. Deze versoepeling geldt ook voor ondernemers die sterk seizoensafhankelijk werken, zoals in de horeca of festivalbranche. Gemiddeld gaat het om een voordeel van 1.800 euro en circa 40.000 ondernemers hebben profijt van deze maatregel.

3. Werkkostenregeling eenmalig verhoogd Op basis van de werkkostenregeling kunnen werkgevers onbelaste vergoedingen aan werknemers geven. De vrije ruimte bedroeg 1,7% voor de eerste €400.000 van de loonsom per werkgever. Dit wordt eenmalig verhoogd naar 3%. Wanneer zij daar de ruimte voor hebben, kunnen werkgevers hun werknemers in deze moeilijke tijden extra tegemoetkomen. Dit kan een boost geven aan sectoren die sterk getroffen zijn door de crisis.

4. Fiscale coronareserve in de vennootschapsbelasting Het wordt mogelijk voor bedrijven die vennootschapsbelasting verschuldigd zijn om verliezen die zij dit jaar verwachten te lijden, alvast in aanmerking te nemen bij het bepalen van de winst van 2019. Normaal kan dit 'verrekenen' pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vennootschapsbelasting over 2020 in 2021 of later. Door deze maatregel kan het verwachte verlies voor 2020 door de Coronacrisis als fiscale coronareserve ten laste van de winst van 2019 worden gebracht, mits de coronareserve niet groter is dan de winst van 2019. Gemiddeld ontvangt een BV hiermee €25.000 al in 2020 in plaats van in 2021. Hier zullen ongeveer 125.000 bedrijven gebruik van gaan maken.

5. Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Deze nieuwe wet heeft als doel om fiscaal gedreven belastinguitstel door directeur-grootaandeelhouders (dga's ) te ontmoedigen. De inwerkingtreding van deze wet wordt een jaar uitgesteld tot 1-1-2023. Dit geeft dga's tot eind 2023 de tijd om zicht voor te bereiden en de schulden aan de eigen vennootschap die horen zijn dan €500.000 (exclusief eigenwoningschulden) af te lossen. Hier zullen ongeveer 11.000 ondernemers gebruik van gaan maken.

6. Betaalpauze voor hypotheekverplichtingen Kredietverstrekkers zullen klanten de mogelijkheid kunnen bieden om een betaalpauze van rente en aflossing aan te gaan voor maximaal 6 maanden, wanneer zij tijdens de Coronacrisis tijdelijk niet aan hun betaalverplichtingen kunnen voldoen. Voor hypotheken geldt een fiscale aflossingsverplichting en daarmee zou volgens de huidige fiscale regels de rente en aflossing in het jaar na de pauze moeten worden terugbetaald. Het nieuwe beleidsbesluit maakt het mogelijk om de aflossingsachterstand uit te smeren over de resterende looptijd (van maximaal 360 maanden) of de klant kan zijn resterende lening splitsen, waardoor hij de aflossingsachterstand apart binnen bijvoorbeeld 5 jaar kan afbetalen. Hiermee krijgen de kredietverstrekkers meer mogelijkheden voor maatwerk. Hier zullen ongeveer 60.000 hypotheekhouders gebruik van gaan maken.

20-5-2020: De periode waarin getroffen ondernemers belastinguitstel kunnen aanvragen, is verlengd tot 1 september 2020. Eventuele verzuimboetes voor het niet op tijd betalen, hoeven niet te worden voldaan. De belastingrente en invorderingsrente voor alle belastingmiddelen zijn tot 1 oktober 2020 verlaagd naar 0,01%. Ook andere belastingmaatregelen, zoals een versoepeling van het urencriterium voor zzp’ers en de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen, worden tot 1 september 2020 verlengd.

Ondernemers krijgen bij de eerste aanvraag direct drie maanden uitstel van betaling. Voor die drie maanden hoeven ze maar één keer een verzoek in te dienen (voor uitstel van alle belastingsoorten). Ondernemers kunnen ook voor een langere periode dan drie maanden uitstel aanvragen. Daarbij is van belang dat zoveel mogelijk geld dan ook echt in de bedrijven blijft. Om dit extra te waarborgen, moeten ondernemers bij uitstel langer dan drie maanden verklaren dat ze geen dividenden en bonussen uitkeren, of eigen aandelen inkopen.

28-5-2020: De belastingmaatregelen zijn met 1 maand verlengd tot 1 oktober 2020.

VHIC: Dit heeft niet direct een relatie met de werkprocessen uit het Model-DSP, ware het niet dat wij momenteel in de praktijk zien dat ook veel gemeenten ondernemers en zzp'ers uitstel van betaling aanbieden van de gemeentelijke belastingen. Registreer aanvragen voor uitstel van de gemeentelijk belastingen onder het werkproces B0391 Invorderingsregeling gemeentelijke belastingen.

 

3. Toeristenbelasting (Rijk/gemeenten)

17-3-2020: Gemeenten heffen toeristenbelasting van ondernemers in de verblijfssector. Veel gemeenten innen deze belasting via een voorlopige aanslag. De gemeenten overwegen om het innen van toeristenbelasting stop te zetten om deze ondernemers tegemoet te komen. Het Rijk is in overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de mogelijkheid om (voorlopige) lokale aanslagen aan ondernemers stop te zetten en al opgelegde aanslagen aan bedrijven in te trekken.

VHIC: Wij zullen in de gaten houden wat de uitkomst zal zijn van het overleg met de VNG om de gevolgen te bepalen voor het werkproces B0399 Toeristenbelastingen. Dit waarschijnlijk zal geen gevolgen hebben voor het werkproces B1606 Watertoeristenbelastingen, omdat deze belasting niet geheven wordt aan ondernemers maar vooral aan personen die niet als ingezetene van de gemeente in BRP zijn ingeschreven die verblijf houden op een vaartuig dat aanwezig is in de wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

 

4. Verruiming regeling Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (ministerie van EZK)

17-3-2020: Het ministerie van EZK staat op grond van de BMKB regeling borg voor kredieten aan ondernemers, zodat zij makkelijker geld kunnen lenen. In de reguliere regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de financier (vaak een bank) verstrekt. De borg van EZK bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet. Door de verruimingsmaatregel wordt de omvang van het borgstellingskrediet verhoogd van 50% naar 70%. Hierdoor kunnen banken makkelijker en sneller krediet verruimen en hebben bedrijven de mogelijkheid om eerder en meer geld te lenen. Dit is ook van toepassing op overbruggingskredieten en rekening courant kredieten met een looptijd tot twee jaar. De verruiming is essentieel voor de liquiditeit van kleinere ondernemers die inkomsten of productie mislopen door het coronavirus; denk hierbij aan horecaondernemers en hun toeleveranciers, reisbureaus en bedrijven die niet maar aan grondstoffen vanuit het buitenland kunnen komen. ZZP'ers kunnen hier ook gebruik van maken, maar zij hebben doorgaans een minder grote financieringsbehoefte. Ondernemers melden zich bij hun kredietverstrekker en die kan op zijn beurt de aanmelding voor de verruimde BMKB bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland doen.

28-4-2020: De financiering voor ondernemers op grond van de BMKB-regeling wordt versoepeld. De looptijd van een krediet wordt verlengd tot vier jaar, zodat ondernemers meer tijd hebben om deze terug te betalen. De toegang wordt laagdrempeliger: er kan behalve via een uitgebreide liquiditeitsprognose ook worden gekeken via een omzettoets. Begin april werd door het ministerie van EZK de premie van de regeling al verlaagd (van 3,9 naar 2 procent) en het garantiebudget verhoogd (van 765 miljoen naar 1,5 miljard euro).

20-5-2020: De BMKB-regeling loopt door in het tweede noodpakket tot 1 september 2020.

28-5-2020: De regeling is in het tweede noodpakket met 1 maand verlengd tot 1 oktober 2020.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

5. Tijdelijke regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (B-LC) (ministerie van LNV)

17-3-2020: Land- en tuinbouwbedrijven worden nationaal als internationaal geconfronteerd met een afnemende vraag naar hun producten. Hierdoor staan de prijzen onder druk of (bederfelijke) producten kunnen niet verkocht worden. Deze bedrijven krijgen de mogelijkheid om kredieten voor werkkapitaal aan te gaan waar het kabinet borg voor staat. Op grond van de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) staat het Rijk tijdelijk gunstiger borg voor dit werkkapitaal. Vanaf 18 maart 2020 kunnen agrarisch ondernemers met liquiditeitsproblemen als gevolg van de uitbraak van Corvid-19 bij hun bank werkkapitaal-kredieten aanvragen, waarvoor het ministerie van LNV borg staat.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

5.a Sierteeltsector, voedingstuinbouw en fritesaardappelsector (ministerie van LNV)

15-4-2020: Deze sectoren kennen een forse omzetdaling door een acute vraaguitval door het wegvallen van de exportmarkt en het wegvallen van de grootste binnenlandse afzetmarkt; de horeca. Bovendien kan de teelt en de oogst niet zomaar stil worden gelegd, waardoor de bedrijven te maken hebben met doorlopende vaste lasten en productiekosten.

Voor de sierteelt en specifieke onderdelen voedingstuinbouw komt er een omzetschaderegeling ter hoogte van 600 miljoen euro. Uitgangspunt is dat de eerste 30% van de omzetderving voor ondernemers is en de overheid de resterende 70% van de schade voor een aanzienlijk deel compenseert. De fritesaardappeltelers krijgen een compensatie voor de hoeveelheid fritesaardappelen die zij nog in opslag hebben. De vergoeding geldt voor aardappelen die dit seizoen niet meer verwerkt kunnen worden tot frites en bedraagt 40% van de gemiddelde marktwaarde van de periode september 2019 t/m februari 2020. Hier is in totaal 50 miljoen euro voor beschikbaar.

7-5-2020: Hoewel de regeling pas kan worden vastgesteld na goedkeuring door de Europese Commissie, kunnen aanmeldingen al worden gedaan bij de RVO. Zodra de regeling rond is, zal de RVO de ingediende aanvragen afhandelen.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

6. Verruiming regeling Garantie Ondernemersfinanciering (GO) (ministerie van EZK)

17-3-2020: Ondernemingen die problemen ondervinden bij het verkrijgen van bankleningen en bankgaranties kunnen gebruik maken van de Garantie Ondernemersfinanciering-regeling (GO). Op grond van deze regeling helpt EZK het MKB en middelgrote ondernemingen door een garantie van 50% te geven op bankleningen en garanties. Dit gold vanaf €1,5 miljoen tot maximaal €50 miljoen per onderneming. Het kabinet heeft het maximum tijdelijk verruimd naar €150 miljoen euro per onderneming. Bovendien heeft het kabinet het garantieplafond van de GO-regeling van 400 miljoen naar 1,5 miljard euro. De GO loopt altijd via de bank waar een ondernemer een lening aanvraagt.

20-5-2020: De verruiming van de GO-regeling loopt door in het tweede noodpakket.

28-5-2020: De verruiming van de regeling is in het tweede noodpakket met 1 maand verlengd tot 1 oktober 2020.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

7. Rentekorting en uitstel van aflossing op microkredieten Qredits voor kleine ondernemers (ministerie van EZK)

17-03-2020: Een grote groep kleine bedrijven en startende ondernemers, die via de bank moeilijk aan financiering kunnen komen, zoals ondernemers in de horeca, detailhandel, persoonlijke verzorging, de bouw en zakelijke dienstverlening, kunnen bij Qredits microkredieten afnemen. Momenteel hebben 6.000 ondernemers een krediet bij Qredits en 2.000 ondernemers die op korte termijn een krediet afnemen. Die ondernemers die geraakt worden door de coronaproblematiek kunnen uitstel tot aflossing aanvragen voor een periode van 6 maanden en daarmee wordt de rente tijdens deze periode automatisch verlaagd naar 2%.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

8. Tijdelijke subsidie Noodfonds Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) (ministerie van SZW)

17-3-2020: Aanvankelijk leidde de uitbraak van het Coronavirus tot een ongekend groot beroep op de regeling Werktijdverkorting (wtv). Het kabinet heeft daarom gekozen voor deze nieuwe regeling die royaler, eenvoudiger en sneller is en kan daardoor meer werkgevers financieel tegemoet komen. De regeling Werktijdverkorting is daarmee niet meer beschikbaar voor nieuwe aanvragen.

Ondernemers met een omzetverlies van 20% kunnen bij het UWV voor een periode van drie maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen. De hoogte is afhankelijk van de terugval in omzet en bedraagt maximaal 90% van de loonsom. Er is ook mogelijkheid tot verlenging (eventueel onder andere voorwaarden) met nog eens 3 maanden. Op deze manier kunnen zij werknemers met een vast en een flexibel contract gewoon volledig doorbetalen. De nieuwe subsidieregeling geldt dus ook voor werknemers voor wie de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemers met een oproepcontract of een flexibel contract voor zover die in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Op deze manier kunnen werkgevers werknemers met flexibele contracten in dienst houden en uitzendbureaus kunnen hun uitzendkrachten in dienst houden.

SZW en het UWV zijn de regeling aan het uitwerken voor de berekening van de subsidie, de definitie van loonsom, de wijze van bevoorschotting en in welke gevallen (achteraf) een accountantsverklaring vereist is. Het doel is dat zo snel mogelijk een speciaal loket geopend zal worden bij het UWV om alle ingediende en nog in te dienen aanvragen in behandeling te nemen. Het UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot van de tegemoetkoming (minimaal 80%) verstrekken. Achteraf zal worden vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest.

Als voorwaarde voor de regeling geldt dat de werkgever zich committeert aan de verplichting geen ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. De werkgever verwacht tenminste 20% omzetverlies vanaf 1 maart 2020.

6-4-2020: Het UWV heeft het Noodloket geopend voor aanvragen van ondernemers voor de loonkostenvergoeding op grond van de NOW.

24-4-2020: De concernbepaling van de NOW-regeling wordt gewijzigd. Dit betekent dat werkmaatschappijen die door de Coronacrisis meer dan 20% omzetverlies hebben maar behoren tot een concern dat niet aan die voorwaarde voldoet ook de NOW mogen aanvragen. Daarvoor gelden wel extra voorwaarden. Zo moet het concern afspraken maken met de vakbond over werkbehoud of bij werkmaatschappijen met minder dan 20 werknemers met een vertegenwoordiger van de werknemers. Bovendien moet het concern in 2020 afzien van het uitkeren van dividend of bonussen en geen eigen aandelen inkopen. Ook komen er extra eisen die door de accountant worden getoetst.

1-5-2020: Tussen de start op 6 april en 30 april zijn er ongeveer 114.000 aanvragen ingediend. De meeste daarvan, 75.000, in de eerste vier dagen. Tot nu toe zijn er 104.000 aanvragen goedgekeurd. Aan deze bedrijven is nu €1,9 miljard aan voorschotten uitgekeerd. Daarmee zijn ongeveer 1,7 miljoen mensen bereikt. Ongeveer 6.700 aanvragen zijn afgewezen, voornamelijk omdat de loonsom in januari en in november 0 euro bedraagt of dat er geen loonsom in januari en november is. De meeste aanvragers (68%) zijn werkgevers met 1 tot 10 werknemers.

 

20-5-2020: De volgende wijzingen gelden voor de huidige NOW-regeling:

Seizoensbedrijven Seizoensbedrijven kennen een periodegebonden omzetpiek en hebben in maart vaak meer personeel in dienst dan in januari. Daardoor kunnen zij soms onvoldoende gebruik maken van de NOW. Door verschillende wijzigingen in de eerste en tweede NOW-regeling komt het kabinet hen tegemoet. In het tweede noodpakket wordt maart de referentiemaand voor de loonsom waar de NOW-subsidie op gebaseerd is. In de huidige, lopende regeling gaat de subsidie voor een werkgever omhoog wanneer hij in de maanden maart, april en mei een hogere loonsom had dan in januari. Bij de vaststelling van de subsidie wordt dit verrekend.

0-loonsom Werkgevers met een 0-loonsom in januari 2020, of geen loonsom in januari 2020 en november 2019, en die wel een loonsom in maart 2020 hebben, kunnen door de bovenstaande wijziging mogelijk alsnog in aanmerking komen voor de lopende regeling NOW 1.0. Als zij vanwege deze reden eerder een afwijzende beschikking hebben ontvangen, zullen zij door het UWV worden benaderd.

Opslag verhoogd Daarnaast wordt in de NOW-regeling van het tweede noodpakket de vaste (forfaitaire) opslag voor onder andere vakantiegeld, pensioenpremie en andere werkgeverslasten verhoogd van 30 naar 40 procent. Daarmee wordt vanuit de NOW ook een bijdrage geleverd aan andere kosten dan de loonkosten om werkgevers nog meer te ondersteunen werkgelegenheid te behouden.

Openbaarmaking subsidieverstrekking De NOW is een subsidie. De overheid betracht bij de besteding van publiek geld zoveel mogelijk transparantie. De naam van een aanvrager, inclusief de verleende voorschotten en vastgestelde subsidie, kan openbaar gemaakt worden zonder dat daarvoor eerst een zienswijze gevraagd hoeft te worden. De minister heeft UWV verzocht deze informatie openbaar te maken. Vanaf eind juni wordt deze op de website van UWV gepubliceerd. Het gaat daarbij uitsluitend om de informatie waarvoor geen zienswijze gevraagd behoeft te worden.

Bedrijfsovername Soms kunnen bedrijven die recent zijn overgenomen niet of onvoldoende gebruik maken van de NOW. Dit kan voor een deel van de bedrijven worden opgelost door in situaties van overgang van onderneming in 2019 tot 1 februari 2020 de bestaande bepaling in de NOW voor startende ondernemingen te hanteren. De regeling voor startende bedrijven gaat ervanuit dat een bedrijf uiterlijk 1 februari 2020 is gestart, omdat er anders geen relevante refertemaand voor de omzet voorhanden is. Ook de wijziging van de loonsombepaling voor seizoensbedrijven kan bij bedrijfsovernames een uitkomst bieden.

Accountantsverklaring Het kabinet had eerder besloten om bij het definitief vaststellen van de NOW-subsidie in sommige gevallen een accountantsverklaring verplicht te stellen. Om te bepalen voor welke organisaties dat van toepassing is, zijn nu twee grenzen vastgesteld. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de reguliere grens van de Aanwijzingen voor de subsidievaststelling. Voor de NOW zal de accountantsverklaring verplicht gesteld wordt voor bedrijven die een voorschot (80% van het verleende subsidiebedrag) hebben ontvangen van €100.000,- of meer. Om te voorkomen dat een aanvrager een laag voorschot krijgt, maar bij vaststelling toch een subsidie ontvangt die (veel) hoger is dan €125.000,-, zonder dat daarbij een accountantsverklaring hoeft te worden overlegd, wordt ook bij een vastgestelde subsidie van €125.000 of meer een accountantsverklaring vereist. Bedrijven en instellingen die een voorschot van minder dan €100.000 hebben ontvangen zullen zelf moeten inschatten of de subsidie op €125.000 of meer zal worden vastgesteld, waardoor ook zij een accountantsverklaring nodig hebben. Om de berekening die daarvoor nodig is te kunnen maken, zal een online rekentool beschikbaar worden gesteld.

Dat betekent dat er in situaties waarin geen accountantsverklaring nodig is, wel controle plaatsvindt. De werkgever is verantwoordelijk voor de informatie die hij bij de aanvraag en de vaststelling van de subsidie verstrekt. De werkgever dient met betrekking tot de omzet en de loonsom een zodanig controleerbare administratie te beheren, dat achteraf gecontroleerd kan worden of een subsidie terecht is verstrekt. De verzoeken tot vaststelling waarbij geen accountantsverklaring is vereist worden steekproefsgewijs gecontroleerd.

Daarnaast zal – als geen accountantsverklaring overlegd hoeft te worden – bij het verzoek om vaststelling van een subsidie met een voorschot boven de €20.000 of een vaststellingsbedrag boven de €25.000, een verklaring van een derde overlegd moeten worden die de omzetdaling bevestigt. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een administratiekantoor, financieel dienstverlener, of brancheorganisatie. De Belastingdienst vraagt een dergelijke derdenverklaring ook bij uitstel van betaling bij bijzondere omstandigheden.

Openstellen aanvraagtijdvak Het aanvraagtijdvak van het eerste pakket wordt verlengd van 31 mei naar 5 juni. Dit houdt verband met twee nieuwe mogelijkheden die zijn opgenomen in de NOW: de mogelijkheid om voor de berekening van de loonsom ook te kijken naar de maanden maart, april en mei en de mogelijkheid om bij een overgang van onderneming de omzet op een afwijkende manier te bepalen (zie hierboven). Hierdoor kunnen werkgevers die in eerste instantie niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming op grond van de NOW mogelijk alsnog succesvol een aanvraag doen. De wijzigingen zullen met terugwerkende kracht gaan gelden, vanaf het moment van verzending van de brief. Werkgevers kunnen dus vanaf nu tot en met 5 juni gebruik maken van deze nieuwe mogelijkheden in de huidige regeling.

Dertiende maand Ondernemers die een dertiende maand hebben uitgekeerd in januari komen daardoor soms onvoldoende in aanmerking voor de NOW. Waar dit terug te vinden is in de polisadministratie filtert UWV dit eruit bij de eindafrekening.

 

Wijzigingen per NOW-regelingen noodpakket 2:

Bonussen, eigen aandelen en dividend Een bedrijf dat gebruik maakt van de verlenging van de NOW mag over dit jaar geen winstuitkering aan aandeelhouders doen, geen bonussen aan het bestuur en de directie uitkeren en geen eigen aandelen inkopen. Bonussen aan gewone medewerkers, die horen bij de normale beloningssystematiek zijn wel toegestaan. Voor concerns geldt een dergelijke voorwaarde al voor de eerste regeling.

Scholing Werkgevers die de NOW aanvragen, worden verplicht om hun werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen, zodat werknemers zich kunnen aanpassen aan de nieuwe economische situatie. Werkgevers leggen hier bij aanvraag van de NOW 2.0 een verklaring over af. Om werkgevers en werknemers daarbij te helpen, trekt het kabinet 50 miljoen euro uit voor het crisisprogramma NL leert door, waar mensen vanaf juli kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen kunnen volgen.

Bedrijfseconomisch ontslag In de NOW 2.0 blijft de correctie op de subsidie bij bedrijfseconomisch ontslag bestaan, maar de subsidie wordt niet meer extra verlaagd. Bedrijven verklaren bij de nieuwe NOW-aanvraag wel dat zij overleggen met vakbonden als zij voor meer dan 20 medewerkers bedrijfseconomisch ontslag willen aanvragen. Dit sluit aan bij de regelgeving rondom collectief ontslag. Ook blijft de wettelijke bescherming bij ontslag gewoon van kracht.

Looptijd 28-05-2020: De looptijd van de NOW 2.0 is verlengd tot 1 oktober 2020 en zal dus voor een periode van 4 maanden gelden.

Ontslag 28-05-2020: Indien een ondernemer gebruikt maakt van de NOW-regeling, moet hij bij een ontslag van meer dan 20 medewerkers een akkoord hebben van de vakbond of een andere personeelsvertegenwoordiging. Wanneer zij er onderling niet uitkomen, moet een aanvraag voor mediation worden gedaan bij een nog op te richten commissie van de Stichting van de Arbeid. Wanneer er een akkoord of een mediationverzoek ontbreekt, dan zal de ondernemer 5% gekort worden op het totale subsidiebedrag om misbruik van de NOW te voorkomen.

Deze extra regeling komt naast de bestaande systematiek in de NOW dat er voor ontslagen medewerkers geen loonsubsidie wordt ontvangen. Ook staat de NOW los van de bescherming door het ontslagrecht en van de regels voor collectief ontslag, de WMCO. De bestaande extra korting van 50 % bij bedrijfseconomisch ontslag in de NOW zal hiermee komen te vervallen.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

9. Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) (ministerie van SWZ en gemeenten)

17-3-2020: De Tozo geldt voor zelfstandig ondernemers die vanaf 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 in de knel komen door de Corona-crisis, zodat zij hun bedrijf voort kunnen zetten. De gemeenten voeren dit uit. Zelfstandigen kunnen voor een periode van drie maanden via een versnelde procedure aanvullende inkomensondersteuning krijgen voor levensonderhoud. Het inkomen wordt aangevuld tot het sociaal minimum en hoeft niet te worden terugbetaald. De exacte hoogte is afhankelijk van de samenstelling van het huishouden. Voor alleenstaanden is dit €1.050 netto en voor gehuwden en samenwonenden €1.500 netto per maand.

In tegenstelling tot het Bbz zal er op grond van de Tozo geen vermogens- of partnertoets plaatsvinden. De zelfstandige dient tussen de 18 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd te zijn, te wonen en rechtmatig te verblijven in Nederland, te wonen in de gemeente waar hij de aanvraagt doet, zijn bedrijf of zelfstandig beroep in Nederland uit te oefenen en voor 17 maart 2020 te zijn ingeschreven bij de KvK. Tevens dient hij te voldoen aan het urencriterium, dat wil zeggen minimaal 1.225 uur per jaar werkzaam in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep.

Net zoals bij de Bbz kan een zelfstandige op grond van de Tozo er ook voor kiezen om een lening voor bedrijfskapitaal aan te vragen van maximaal €10.517. Dit bedrag dient op termijn terug te worden betaald. Bij het Bbz wordt een rentepercentage van 8% gerekend en op grond van de Tozo 2%. De maximale looptijd van de lening is 3 jaar en hoeft tot januari 2021 niet te worden afgelost.

Net zoals voor het Bbz geldt is de Participatiewet het wettelijke basis. Wie een aanvraag doet op grond van de regeling dient alle gegevens te verschaffen die nodig zijn om het recht op de hoogte van de aanvullend inkomensondersteuning te kunnen bepalen. Indien de zelfstandige onvolledige of valse inlichtingen verstrekt, dan moet de gemeente (net als bij het Bbz) de uitkering terugvorderen en daar bovenop een boete opleggen.
SZW is samen met deskundigen van gemeenten, VNG en Divosa bezig om zo snel mogelijk een regeling uit te werken die gemeenten de mogelijkheid biedt om aanvragen snel af te handelen. In afwachting van de tijdelijke regeling kunnen gemeenten zzp'ers alvast een voorschot verstrekken. 

21-4-2020: De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is gepubliceerd in de Staatscourant. Vanaf 21 april kunnen gemeenten zelfstandig ondernemers op grond van de Tozo- regeling formeel bijstand voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskrediet verstrekken. Veel gemeenten hebben zelfstandig ondernemers al geholpen met een voorschot, dat nu met de Tozo-uitkering kan worden verrekend. Er zijn inmiddels circa 300.000 aanvragen gedaan.

24-4-2020: Op verzoek van de Tweede Kamer zullen ook grenswerkers en AOW'ers aanspraak kunnen maken op de Tozo. Eind april zal de ministeriële regeling die deze uitbreiding regelt van kracht zijn. Vanaf dat moment kunnen tot en met 31 mei de Tozo-aanvragen voor maximaal drie maanden in de periode tussen 1 maart en 31 augustus worden ingediend.

Grenswerkers Zelfstandig ondernemers die in Nederland wonen en een bedrijf hebben in een ander EU-land kunnen als zij aan de voorwaarden voldoen in aanmerking komen voor bijstand voor levensonderhoud op grond van de Tozo-regeling. Zij dienen dit in hun woongemeente aan te vragen. Voor financiële ondersteuning van hun bedrijf zijn zij aangewezen op het land waar het bedrijf gevestigd is. Zij kunnen daarom geen bedrijfskrediet aanvragen.Andersom kunnen zelfstandigen die in een ander EU-land wonen en wiens bedrijf in Nederland is gevestigd enkel een bedrijfskrediet op grond van de Tozo-regeling aanvragen. Voor inkomensondersteuning zijn zij afhankelijk van de sociale bijstand van hun woonland. Er wordt nog bepaald bij welke gemeente(n) deze zelfstandigen hun aanvraag moeten doen.

18-5-2020: Zelfstandigen die in een ander EU-land wonen en wiens bedrijf in Nederland is gevestigd kunnen bij de gemeente Maastricht een bedrijfskrediet op rond van de Tozo-regeling aanvragen. De gemeente Maastricht voert de regeling voor heel Nederland uit.

AOW'ers Ook zelfstandigen met de AOW-gerechtigde leeftijd kunnen binnenkort een bedrijfskrediet tegen lage rente op grond van de Tozo-regeling aanvragen. De lening heeft een looptijd van 3 jaar en hoeft tot januari 2021 niet te worden afgelost.

1-5-2020: Omdat de uitvoering van de Tozo bij gemeenten ligt en dus heel verspreid is, zijn precieze cijfers pas over enige tijd beschikbaar. Momenteel wordt het aantal aanvragen geschat op ongeveer 343.000. Dit zijn aanvragen voor ondersteuning in levensonderhoud of voor een lening voor bedrijfskapitaal. Tot en met 22 april zijn de meeste aanvragen ontvangen voor inkomensondersteuning.

Tozo 2 20-5-2020: De Tozo loopt eind mei af en wordt met drie maanden verlengd tot eind augustus. Vanaf 1 juni tot en met 31 augustus kunnen zelfstandigen Tozo 2 aanvragen bij hun woongemeente. Dit kan gaan om een verlenging van de lopende uitkering levensonderhoud of om een nieuwe aanvraag. Voor verlengde aanvragen kunnen gemeenten een verkort aanvraagformulier gebruiken.

Ook voor Tozo 2 gelden dezelfde soepele voorwaarden ten opzicht van de reguliere bijstandverlening voor zelfstandigen: er vindt geen vermogenstoets plaats, er wordt niet gekeken naar de levensvatbaarheid van de onderneming en de kostendelersnorm wordt niet toegepast. Bij de Tozo 2 geldt wel een partnerinkomenstoets voor de uitkering levensonderhoud, die voor Tozo 1 nog niet gold. Dit houdt in dat het inkomen van de partner meetelt voor het bepalen van de hoogte van de aanvullende uitkering. Als het huishoudinkomen boven het sociaal minimum komt, kunt u geen aanspraak maken op Tozo 2 uitkering levensonderhoud.

De uitkering levensonderhoud Tozo 2 geldt alleen over de maanden juni, juli en augustus. Indien voor één van die maanden al een Tozo 1 uitkering is toegekend, kan voor de overige maanden de Tozo 2 uitkering worden aangevraagd.

Ook onder Tozo 2 kan een zelfstandige een lening aanvragen voor een bedrijfskrediet. Voor Tozo 1 en Tozo 2 geldt samen een maximale lening van €10.157.

28-05-2020: De looptijd van de Tozo 2 is verlengd tot 1 oktober 2020 en zal dus voor een periode van 4 maanden gelden.

VHIC: Registreer aanvragen voor deze extra ondersteuning onder het werkproces B1601 BBZ aanvraag. De meeste gemeenten hebben op hun website de mogelijkheid om aanvraag te doen op grond van de Tozo opgenomen op de pagina met informatie over het Bbz.

Op grond van deze tijdelijke regeling zal voor deze nieuwe aanvragen de levensvatbaarheidsonderzoek voor de onderneming niet worden uitgevoerd (werkproces B0999 BBZ onderzoek levensvatbaarheid startende onderneming of beroep).
Gebruik voor opleggen van een boete bij het verstrekken van onjuiste gegevens voor het terugvorderen van ten onrechte verstrekte uitkering werkproces B1002 BBZ terugvorderingsonderzoek en voor het opleggen van een boete werkproces B1007 BBZ boeteonderzoek.

 

10. Corona-Overbruggingslening (COL) (Ministerie van EZK)

25-4-2020: Vanaf 29 april 2020 kunnen groeibedrijven een aanvraag indienen bij Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) voor een speciaal overbruggingskrediet, de zogenaamde Corona-Overbruggingslening (COL). Dit overbruggingskrediet is bedoeld voor startups, scale-ups en innovatieve mkb'ers. Startups en scale-ups zorgen voor de inkomsten en banen van de toekomst én dragen met hun innovatieve producten en diensten bij aan het oplossen van wereldwijde uitdagingen – zoals bijvoorbeeld de coronacrisis. Deze bedrijven ondervinden grote gevolgen van de coronacrisis: 55% van de bedrijven ziet de vraag wegvallen door het wegvallen van bestaande klanten of het wegblijven van nieuwe klanten. Het ophalen van de benodigde, nieuwe financiering is voor deze groep onder de huidige omstandigheden een probleem. Dit omdat startups en scale-ups en andere non-bancair gefinancierde bedrijven geen of slechts beperkt gebruik kunnen maken van de eerder door het kabinet aangekondigde maatregelen die gericht zijn op met vreemd vermogen gefinancierde bedrijven. Het kabinet heeft in eerste instantie 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor deze regeling. Deze regeling is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de ROM's en Techleap.nl.

De leningen die de ROM's gaan verstrekken variëren tussen de €50.000 en €2 miljoen. Bij bedragen boven de €250.000,- wordt er 25% cofinanciering verwacht van de aandeelhouders of andere investeerders. Er wordt een uniform rentetarief gehanteerd van 3%. De ROM's streven ernaar de beoordelingen van de aanvragen onder de €500.000 af te handelen binnen vier tot negen werkdagen. Voor aanvragen boven de €500.000 is het streven om binnen drie werkweken tot een definitief besluit te komen.

20-5-2020: De Corona Overbruggingslening (COL) krijgt vanwege het grote aantal ingediende aanvragen een tweede tranche van 150 miljoen euro.

28-5-2020: De tweede tranche van de COL is verhoogd van €150 miljoen naar €200 miljoen.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

11. Subsidieplafond SEED-capital regeling verhoogd (Ministerie van EZK)

28-4-2020: Het budget van de SEED Capital­-regeling, waarmee het ministerie van EZK kapitaal aan investeringsfondsen verstrekt, wordt verhoogd van 22 miljoen naar 32 miljoen euro. Met deze regeling ondersteunt de overheid innovatieve ondernemingen waaronder startups op technologisch (zoals hightech en eHealth) en creatief gebied bij het verkrijgen van risicokapitaal vanuit investeringsfondsen. SEED-capital leningen kunnen bij de RVO worden aangevraagd.

28-5-2020: De verhoging van het subsidieplafond is met 1 maand verlengd tot 1 oktober 2020.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

12. Klein Krediet Corona KKC-regeling (ministerie van EZK)

8-5-2020: Kleine ondernemers in het micro-, midden- en kleinbedrijf kunnen moeilijk aan financiering komen, omdat financiers relatief hoge kosten maken voor het verstrekken van kleine kredieten. Ondernemers met een omzet vanaf €50.000 die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en zijn ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2019 kunnen daarom op grond van deze regeling een overbruggingskrediet aanvragen van minimaal €10.000 tot maximaal €50.000, waarbij de Nederlandse overheid voor 95% garant zal staan. De looptijd is maximaal 5 jaar en de rente bedraagt maximaal 4%. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige premie van 2% als vergoeding. De overheid kan voor 750 miljoen aan overbruggingskredieten garant staan. Financiers dragen nog steeds 5% van het risico en zij dienen te beoordelen of een ondernemer in aanmerking komt.

De regeling zal ter goedkeuring worden aangemeld bij de Europese Commissie (EC) onder het Tijdelijke Europees steunkader Covid-19. De daadwerkelijke inwerkingtreding en de vormgeving van de regeling zijn afhankelijk van de goedkeuring van de Europese Commissie. Na akkoord van de Europese Commissie kunnen ondernemers bij financiers terecht. De banken hebben aangegeven dat ze – op voorwaarde van de Europese goedkeuring – half mei gereed zijn om aanvragen van ondernemers te ontvangen.

28-5-2020: Deze regeling is met 1 maand verlengd tot 1 oktober 2020.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

Overige maatregelen

1. Versoepeling voorwaarden afstandsonderwijs inburgering (ministerie van SZW en DUO)

10-4-2020: Het is van belang dat inburgeringsplichtigen toegang blijven houden tot inburgeringsonderwijs en het al geleerde niet verloren gaat door een onderbreking van het leertraject. SZW heeft het daarom tijdelijk toegestaan om onder bepaalde voorwaarden onderwijs op afstand mee te laten tellen voor een urenverklaring (64-uursverklaring Orientatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA), verlenging inburgeringsplicht en ontheffing inburgeringsplicht). Daarnaast is het vanaf 6-4-2020 tijdelijk toegestaan om ook voor analfabete inburgeringsplichtigen de gevolgde uren afstandsonderwijs te betalen vanuit de DUO-lening.

8-5-2020: SZW heeft een derde voorschot voor de uitkerings- en uitvoeringskosten van de Tozo aan de gemeenten verstrekt. Het gaat om €550 miljoen, waarmee de totale bevoorschotting op 2 miljard euro uitkomt. SZW monitort iedere drie weken of additionele bevoorschotting noodzakelijk is op basis van het aantal Tozo-aanvragen.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP. De inburgeringstrajecten worden uitgevoerd door DUO..

 

2. OV-kaart met drie maanden verlengd (DUO)

14-4-2020: Nadat het ov-reisrecht verloopt, gaan automatisch drie maanden extra recht in. Het studentenreisproduct is onderdeel van het hele recht op studiefinanciering, dus het opsparen kan alleen als de hele studiefinanciering wordt stopgezet. Dat is voor veel studenten een onmogelijke optie, omdat studiefinanciering juist nu nodig is om in de kosten van levensonderhoud te voorzien. Daarom wordt de maximale termijn dat een student recht heeft op het studentenreisproduct verlengd, in eerste instantie met drie maanden. Momenteel is nog niet duidelijk of de coronamaatregelen leiden tot vertraging bij studenten. Mocht dit het geval zijn dan voorziet de verlenging van het reisrecht hierin. De verlenging geldt voor iedere student die een opleiding volgt aan een hogeschool of universiteit en die in maart recht had op een studentenreisproduct. Het geldt niet voor mbo-studenten, omdat zij standaard recht hebben op de reisvoorziening voor hun volledige studieduur plus drie jaar extra.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

3. Rijbewijzen tijdelijk langer geldig (ministerie van IenW)

17-4-2020: alle rijbewijzen die (zijn) verlopen in de periode vanaf 16 maart, blijven geldig tot 1 juni 2020. Deze maatregel geldt voor mensen die een rijbewijs hebben met een geldigheid van 10 jaar of 5 jaar. Zij kunnen tot 1 juni 2020 blijven rijden met een verlopen rijbewijs. Ze blijven verzekerd en krijgen geen boete wanneer ze staande worden gehouden. Deze tijdelijke maatregel geldt niet voor mensen die een rijbewijs hebben dat 1 of 3 jaar geldig is. Ook inwoners van de EU die in Nederland verblijven met een verlopen rijbewijs van een andere EU-lidstaat, vallen onder de regeling. Deze tijdelijke regeling geldt alleen voor het rijden binnen Nederland. De geldigheid van verschillende andere certificaten, bewijzen, (deel)examens en ook het theorie-examen voor het rijbewijs is eveneens verlengd. Theorie-examens die vervallen in de periode vanaf 16 maart 2020 blijven tot 1 juni 2020 geldig. De theorie-examens die in de periode van 1 juni 2020 tot 1 oktober 2020 vervallen blijven tot 1 april 2021 geldig.

28-5-2020: De Europese Commissie heeft besloten om alle EU-rijbewijzen die in de periode vanaf 1 februari tot en met 31 augustus 2020 verlopen met zeven maanden te verlengen. Daarmee is de coulance waar de minister van IenW in april toe had besloten uitgebreid en verlengd. Bovendien geldt deze versoepeling ook voor rijbewijzen die vanwege een medische aandoening maar 3 of 1 jaar geldig zijn. Deze maatregel geldt niet voor rijbewijzen die ingevorderd of geschorst zijn. Het verlopen rijbewijs geldt niet als identificatiemiddel, behalve in die situaties waarbij sprake is van zorgafname.

VHIC: Dit betekent mogelijk voor gemeenten dat zij minder aanvragen binnenkrijgen voor werkproces B0270 Rijbewijs.

 

4. Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten (ministerie van BZK)

21-4-2020: Huurders krijgen de mogelijkheid om een tijdelijke verlenging aan te vragen bij hun verhuurder. De verhuurder zal de tijdelijke verlenging verlenen tenzij deze al voor 1 april afspraken had om bijvoorbeeld de woning te verkopen, te slopen of te renoveren of als de verhuurder zelf in het huis wil gaan wonen of als de huurder zich niet als goed huurder gedraagt.

Op dit moment is het niet mogelijk om een tijdelijk huurcontract te verlengen voor een korte periode, het is enkel mogelijk om een tijdelijk huurcontract te verlengen tot een contract voor onbepaalde tijd. Niet alle verhuurders kunnen of willen hun pand voor onbepaalde tijd verhuren, terwijl het tegelijkertijd voor de verhuurder een lastige tijd is om een nieuwe huurder te vinden en de huurder lastig een andere woning kan zoeken.

Op dit moment is het niet mogelijk om een tijdelijk huurcontract te verlengen voor een korte periode, het is enkel mogelijk om een tijdelijk huurcontract te verlengen tot een contract voor onbepaalde tijd. Niet alle verhuurders kunnen of willen hun pand voor onbepaalde tijd verhuren, terwijl het tegelijkertijd voor de verhuurder een lastige tijd is om een nieuwe huurder te vinden en de huurder lastig een andere woning kan zoeken. De tijdelijke spoedwet biedt daarom de mogelijkheid om het huurcontract tijdelijk te verlengen.

Deze tijdelijke wet is vandaag aangenomen in de Eerste Kamer en zal na publicatie in werking treden. De wet geldt voor huurcontracten die eindigen tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020. Huurcontracten kunnen eenmalig verlengd worden met maximaal drie maanden en tot uiterlijk 1 september 2020. Indien de coronacrisis langer duurt is het mogelijk om deze tijdelijke spoedwet te verlengen.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

5. Vrijstelling douanerechten voor persoonlijke beschermingsmiddelen zorg (ministerie van Financiën)

26-3-2020: Persoonlijke beschermingsmiddelen voor de zorg kunnen onder voorwaarden met een vrijstelling van douanerechten worden ingevoerd. Overheidsinstellingen, liefdadigheids- of filantropische instellingen, hulporganisaties, ziekenhuizen, zorginstellingen en zorgverleners in het BIG-register kunnen van de vrijstelling gebruik maken als zij een vergunning daarvoor hebben gekregen van de Douane. Ook als het gaat om een private organisatie of een inkoopconsortium dat namens de genoemde instellingen invoert.

Onder de persoonlijke beschermingsmiddelen vallen: FFP1-, FFP2- en FFP3-maskers, protectiejassen, spatbrillen, schorten, chirurgische maksers, onderzoekshandschoenen, diagnostische testen.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

6. Geen btw op mondkapjes (ministerie van Financiën)

13-5-2020: Vanaf 25 mei tot in ieder geval 1 september hoeft er geen btw op mondkapjes meer te worden betaald. Dit geldt zowel voor medische als niet-medische mondkapjes en voor alle verkopen. Mondkapjes vallen nu nog onder het normale btw-tarief van 21%. De aanleiding is dat het per 1 juni verplicht wordt een niet-medisch mondkapje te dragen in het OV, omdat het in het OV niet altijd haalbaar zal zijn om 1,5 meter afstand tot elkaar te houden.

Door het nultarief toe te passen in plaats van een vrijstelling, behouden verkopers het recht op aftrek van voorbelasting; kortom, ondernemers kunnen de btw die zij bij aanschaf betalen nog wel verrekenen in de btw-aangifte.

VHIC: Dit heeft geen directie relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP.

 

7. Extra steun kabinet voor SW-bedrijven (ministerie van SZW)

28-5-2020: Door de Coronacrisis zijn de sociale werkbedrijven noodgedwongen geheel of gedeeltelijk gesloten. De loonkosten van de ondersteunende werknemers lopen door. Het kabinet stelt €90 miljoen extra beschikbaar aan gemeenten, zodat zij een deel van die loonkosten op kunnen vangen, zodat de SW-medewerkers ook nu ze thuiszitten ondersteuning kunnen blijven krijgen. Financiële tekorten van SW-bedrijven worden normaliter door een hogere gemeentelijke bijdrage gecompenseerd. In dit geval financiert neemt de rijksoverheid deze kosten op zich door de Rijksbijdrage voor de Wet sociale werkvoorziening te verhogen voor de periode 1 maart tot 1 juni 2020.

VHIC: Deze wijziging zal door de gemeenten verwerkt worden door middel van het zaaktype B1340 Budget aanpassing.

 

8. Tijdelijk Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening (minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media)

7-4-2020: Omdat huis-aan-huiskranten en lokale publieke omroepen grotendeels afhankelijk zijn van reclame-inkomsten die tijdens de Coronacrisis fors teruglopen en omdat zij vaak zeer beperkte reserves hebben, is er een Tijdelijk Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening ingesteld. Afhankelijk van hun oplage en bereik kunnen zij een bijdrage van tussen de €4000 en enkele tienduizenden euro's aanvragen. Omdat gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de lokale media, wordt van hen verwacht dat zij de lokale media extra subsidiëren of advertenties inkopen. Aanvragen voor het Steunfonds kunne van 11 april 2020 tot en met 19 april 2020 worden gedaan bij het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. De bijdrage geldt met terugwerkende kracht vanaf 15 maart voor 3 maanden.

Daarnaast zal voor subsidies vanuit de rijksoverheid, het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten coulanter om worden gegaan met indienen van het jaarverslag voor 2019. De deadline verschuift van 1 mei naar 1 juni.

28-5-2020: Het kabinet trekt nog eens 24 miljoen euro uit voor het Tijdelijke Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening, zodat mensen in deze tijd gebruik kunnen blijven maken van onafhankelijke en betrouwbare informatie uit hun omgeving. Lokale publieke omroepen en huis-aan-huiskranten die tenminste 9 keer per jaar verschijnen en lokale betaalde nieuwsbladen kunnen zich vanaf 15 juni weer melden bij het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

VHIC: Deze maatregel heft geen directive relatie met de werkprocessen van het gemeentelijk Model-DSP. Indien de gemeente lokale media extra subsidiëren, valt dit onder het werkproces B1748 Subsidie