i-Navigator

Developed in conjunction with Joomla extensions.

Met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 is er het een en ander veranderd met betrekking tot het slopen van een bouwwerk. Wij zetten dit voor u op een rij.

 

Per 1 april 2012 zijn de sloopvoorschriften opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Vanaf dat moment kan voor het slopen van een bouwwerk, dat voorheen op basis van de Woningwet vergunningplichtig was, volstaan worden met het doen van een sloopmelding. Wanneer het slopen naar redelijke verwachting meer dan 10 kubieke meter sloopafval oplevert of wanneer er asbest zal worden verwijderd, is de sloper verplicht om bij het bevoegd gezag deze sloopmelding te doen. Aan het slopen kan de gemeente nadere voorwaarden opleggen met betrekking tot het voorkomen of beperken van hinder of van een onveilige situatie en het scheiden van het sloopafval. Per update 13 is hier in het model-DSP werkproces B1469 “Sloopmeldingen” voor opgenomen. Omdat de sloopmelding op grond van het Bouwbesluit 2012 geen toestemmingsstelsel betreft, valt het buiten de Wabo en de omgevingsvergunning. Voor het indienen van de sloopmelding kunnen burgers en bedrijven echter wel gebruik maken van het Omgevingsloket Online (OLO).

Met de inwerkingtreding van het nieuwe Bouwbesluit is het slopen van een bouwwerk op grond van de Woningwet niet langer vergunningplichtig; daarmee is de vergunningsgrondslag zoals genoemd in artikel 2.2, eerste lid, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) komen te vervallen. Dit betekent echter niet dat er nooit een omgevingsvergunning hoeft te worden aangevraagd, wanneer men een bouwwerk wil gaan slopen. Voor de volgende activiteiten is immers nog altijd een vergunning nodig:

  • Planologisch slopen

(Wabo, art. 2.1, eerste lid, sub g)

Op basis van artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan de gemeente in een bestemmingsplan bepalen dat het zonder omgevingsvergunning verboden is om een bouwwerk te slopen. De omgevingsvergunning voor de sloop kan de gemeente weigeren indien niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk zal worden gebouwd. Op deze manier kan de gemeente de in het bestemmingsplan aan de grond toegekende bestemming worden beschermd en voorkomen dat er gaten in de bestaande bebouwing vallen.

  • Slopen Rijksmonument

(Wabo, art. 2.1, eerste lid, sub f)

  • Slopen gemeentelijk of provinciaal monument

(Wabo, art. 2.1, eerste lid, sub b)

  • Slopen in beschermd stads- of dorpsgezicht

(Wabo, art. 2.1, eerste lid, sub h)

Rijksmonumenten zijn op basis van artikel 11 van de Monumentenwet (Mw) beschermd tegen sloop en gemeentelijke of provinciale monumenten op basis van de gemeentelijke of provinciale monumentenverordening. Alleen wanneer het belang van de monumentenzorg zich daar niet tegen verzet, kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor de sloop van een monument. Het bevoegd gezag vraagt hierbij ofwel advies aan de Minister van OCW ofwel aan gedeputeerde staten en aan de gemeentelijke commissie op het gebied van monumentenzorg.

Op basis van artikel 35 en 36 van de Monumentenwet kan de minister een beschermd stads- of dorpsgezicht aanwijzen die de gemeenteraad in een bestemminsplan moet vastleggen. Het beschermd stads- of dorpsgezicht is een gebied dat van algemeen belang is door de cultuurhistorische waarde. Het gaat daarbij om een groep onroerende zaken die van algemeen belang zijn vanwege hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang of hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en waarin zich één of meer monumenten bevinden. Niet alle panden in een beschermd stads- of dorpsgezicht zijn dus monumentaal. Wanneer men een (al of niet monumentaal) bouwwerk wil slopen in een beschermd stads- of dorpsgezicht is een omgevingsvergunning noodzakelijk. De gemeente kan hierbij in het belang van de archeologische monumentenzorg voorschriften stellen voor de wijze van slopen.

 

Per update 14 zullen wij bij werkproces B1227 “Omgevingsvergunning activiteit slopen bouwwerk” de Toelichting aanpassen, zodat duidelijk is voor welke sloopactiviteiten deze vergunning nodig is.

Het model-DSP bevat het werkproces B1327 “Omgevingsvergunning toezicht realisatie”. Dit werkproces had betrekking op de controle van de melding dat de bouw of sloop is begonnen of gereed is en dat het bouwwerk gebruiksgereed is. Aangezien de sloopmelding niet langer onder de Wabo valt, zullen wij per update 14 een apart werkproces “Sloop toezicht” opnemen voor de controle van de ‘melding begin sloop’ en de ‘melding sloop gereed’. Deze dienen respectievelijk twee werkdagen voor aanvang en één werkdag na beëindiging van de sloop te worden gedaan.

Tot slot kent het model-DSP ook nog het werkproces B0618 “Asbestverwijdering meldingen”. Voor 1 april 2012 gold deze melding op grond van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 voor de verwijdering van minder dan 35 m2 asbest. Voor de verwijdering van grotere hoeveelheden asbest was destijds een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen bouwwerk vereist. Na 1 april 2012 is het verwijderen van elke hoeveelheid asbest opgenomen in de sloopmelding. Zodra een burger of bedrijf asbest gaat verwijderen, dient hij een sloopmelding te doen bij de gemeente. Hiermee is de afzonderlijke melding voor asbestverwijdering komen te vervallen en de redactie van het model-DSP zal werkproces B0618 per update 14 afsluiten.

Kort samengevat, is de meldings- en vergunningsplicht voor het slopen van een bouwwerk op de volgende manier gewijzigd:

  • de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk is minder vaak nodig dan voorheen;
  • de controle van de ‘melding begin sloop’ en ‘melding sloop gereed’ valt niet meer onder het regime van de Wabo;
  • de asbestverwijdering-melding is opgegaan in de sloopmelding.

Wanneer u iets opvalt aan de bestaande werkprocessen in het model-DSP of u mist een bepaald werkproces, laat dit ons dan weten via onze Helpdesk: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..